Wednesday, September 23, 2015

De Keukenterrorist

Vorig jaar immigreerde mijn lief vanuit de Filipijnen naar Nederland en trok bij mij in. Zij dwarrelde rond in mijn kleine, man-alleenige sfeer, wierp hier en daar, zeker niet al te dominant, wat make-up onduidelijkheden neer, deelde wat zeepjes en mysterieuze potjes uit over de badkamer en veranderde zo mijn appartement in een licht-rommelig, gezellig nest. Ons nest. De keuken werd tot wat het momenteel - en tot mijn grote genoegen - is; een voortdurend strijdgewoel van 'redelijk' gedeelde culinaire intenties. De koelkast puilt uit van ‘restjes’ en de continue migratie van kleding, papieren, boeken en kussens naar nabijgelegen banken, over de vloer of richting andere ruimtes, is pas na een paar maanden samenwonen eindelijk redelijk in bedwang. Ach, het appartement is te kleine, maar wanneer financiën weer op orde zijn kunnen we groter.
Er zijn tijden in mijn leven geweest dat de man die ik toen was deze verontrustende curve van fysieke en daardoor mentale anarchie helemaal niet aan had gekund. Maar ik passeer de laatste tijd de dunne grens tussen oude angsten en nieuwe inzichten en moet onwillekeurig terugdenken aan een stuk of wat vrouwelijke wezens die gedurende mijn leven dachten een relatie met mij te hebben, of dachten er een te krijgen. Dat hadden en kregen ze niet want in feite waren ze in gevecht met een terrorist, in mijn hoofd, een control-freak, eentje die zich helemaal niet tot de orde liet roepen. 
De volgende anekdote gaat niet over de eerste, maar wel over een van de belangrijkste vrouwen die een aanval op deze terrorist waagde. Eentje die gezegend was met humor, het ongewilde, maar ook broodnodige broertje van angst. Iemand aan wie ik veel te danken heb.

Veertien jaar geleden, ik was toen eenendertig, trok mijn ex-vriendin bij mij in nadat we elkaar slechts zes maanden kenden. Om met Jiskefet te spreken, ik schoot vanuit stilstand in een paar seconde zo’n driehonderd meter de lucht in en had opeens een vrouw in mijn huis. Alles in dat huis verliep volgens vaste rituelen. Mijn rituelen. Ik was zo’n typische hard-core, long-term single, die alles onder controle had. Die aandoening had ik niet helemaal uit mijzelf ontwikkeld, maar ik was er met mijn eenendertig jaar wel zelf verantwoordelijk voor. Ik kwam, ik overdrijf niet, redelijk getraumatiseerd uit de ‘gelijkheids-terreur’ van de late 70s en 80s gerold en had als een van die vele mannelijke schipbreukelingen, na drie feministische tsunami's - met ook nog eens een totaal gebrek aan een gezond tegengeluid - geen flauw benul waar in mij precies de ‚holbewoner’ zat. Ik bedoel: ‘de man’, de hufter, het grote kind, de aanhankelijke, de loner met mysterieuze blik. Waar vrouwen wee in de benen van worden. 
Dus mijn ex had haar bagage nog niet neergezet of ik begon mij als een bezetene met de inhoud te bemoeien; ik begon voor haar te zorgen. En zij? Zij was slim, zoals vrouwen dat zijn als het om de holbewoner, of de ‘holbewoner-die-zijn-hol-niet-heeft-gevonden’ gaat. Zij namelijk..wachtte. Wachtte tot ze tot de aanval kon overgaan. Dat duurde meer dan een jaar. Daarbij liet zij de natuurlijke ontwikkeling van intimiteit en vertrouwen zijn werk doen, want het enige dat het een terrorist ontbreekt, denk ik, is intimiteit en vertrouwen. En dat wist mijn ex (ze is speltherapie voor kinderen gaan studeren, dus wat wil je)
"Dat verwijfde gedoe in die keuken, dat kan echt niet meer", moet ze op een gegeven moment gedacht hebben. Dus ze plande een offensief.  Ze begon met een klein - om in de keukensfeer te blijven -  'aperitief', En dat aperitief werd mij, toen ik een keer ‘s avonds laat terug kwam van een vriend en mijn ex lag te slapen (of zich te verkneukelen), subtiel in mijn gezicht gewreven. 
Je moet weten, ik had in die tijd de ridicule neiging om vieze vorken en messen op de rand van de gootsteen te leggen, met het vieze gedeelte 'zwevend' boven de gootsteen-rand. Ja beste mensen, I know..I know.. hoe kòmt  ie eraan. De rationalisatie van de keukenterrorist in deze is echter: in de gootsteen leggen betekent dat het mes en de gootsteen, beiden van metaal, uiteindelijk veel krassen oplopen en op het houten keukenblad leggen betekent onherroepelijk rotting van het blad. (Dit bleek later overigens waar toen ik al lang genezen was)
Afijn, ik kwam die keuken in, deed het licht aan en tot mijn grote verbazing lag ons volledige messen, vorken en lepelbestand in een perfecte kring op de rand van onze ronde gootsteen uitgestald. Als een metalen zonnetje. keurig op de manier zoals ik dat graag zag. ik keek ter plekke in de spiegel en besefte de boodschap. ik schoot in de lach en sliep die avond in, naast mijn zeer tevreden ex, met de gezegende rust van de net ontwaakte.
Een paar weken later vond mijn ex het tijd voor het 'hoofdgerecht' van haar offensief.
Op een avond waren de kaarsjes aan, de muziek zacht en de sfeer relaxed. Zij wist dat dat het moment was om een romantische, maar eigenwijze man voorgoed van zijn obsessie te genezen. We hadden net gegeten en in de keuken stond een grote vaat. De kaarsjes en al die andere wee-knieende elementen hadden hun werk gedaan. We keken elkaar verlegen aan want er hing intimiteit in de lucht. Hoewel al in het schemergebied tussen ziek en genezen, overzag ik de vaat aan de ene kant en het kronkelende lijf van mijn ex aan de andere kant en koos zonder na te denken voor oude stabiliteit en sprak deze absurde woorden:
'Nog even de vaat doen, hoor'. 
Welke gezonde vent zegt in godsnaam zoiets achterlijks als er een opgewonden vrouw in zijn kamer rondhangt? ik dames en heren, veertien jaar geleden.
Mijn ex keek gelukkig door mij heen zoals, wederom, alleen een vrouw dat kan en zette gewoon haar ogen op soft-tone, kronkelde zich naar mij toe, stak haar hand uit, trok hem plagerig weg - afijn, u kent de hint -  liep heupwiegend naar de trap en legde hem, met een lage stem, rustig in doel: 
'Wij gaan naar boven’.
Ze keek me niet eens aan toen ze omhoog liep.
Ik herinner mij dit moment nog als de dag van gisteren. Er vond kortsluiting in mijn bedrading plaats. Ik keek naar achter, naar de dertig jaar dat ik op deze planeet rond liep en zag een oude, stoffige weg. Een weg die ik zo vaak bewandeld had en zo goed kende, een weg die geen verassingen meer kende. Op die weg liep een blonde, eenzame jongen, sloffend in zijn zelfgecreëerde, saaie hel. Naar voren kijkend zag ik echter een onoverzichtelijk stuk terrein, met hobbels en ongemakkelijkheden, met verwarrende valkuilen en vooringenomen gevoelens aangaande stabiliteit en balans. Ergens in mijn hoofd zei een stem - was het de terrorist zelf? -  dat niets zo goed zou zijn voor mij als het Experiment, de Poging, het Avontuur. Dit ging verdomme niet over een vieze keuken, dit ging over mijn verder leven!
Ik volgde mijn ex naar boven...
De volgende dag scheen de zon en gaf mij meer warmte dan zij eigenlijk deed. Ik liep naar beneden en overzag de volle-vaat keuken. Waar normaal de wereld zou vergaan door dit vreselijke scenario, draaide hij nu gewoon door! Er was niets aan de hand! Ik liep door de keuken heen naar de wc; nog niks aan het handje. Vervolgens luierden mijn ex en ik ons, met die vuile vaat nog beneden,  door een ontbijtje heen, hadden een heerlijk nietszeggend gesprek op het balkon, maakten wat plannen voor die dag en o ja, we deden even de afwas ‘tussen neus en lippen door'. 
Vanaf die dag was ik genezen, werd de vaat niet voor of na het slapen gedaan, maar wanneer het uitkwam, wanneer het gewoon toevallig nodig was, of wanneer de aanwezigheid van fruitvliegjes het inzicht gaf dat je ook kunt overdrijven.

En nu ben ik hier, 2015 en wonen mijn Mahal en ik samen. Ik mag denk ik zeggen dat ik voor een groot gedeelte af ben van mijn controllers-gedrag in de keuken. Desondanks raast in de krochten van mijn brein nog steeds mijn terrorist. En om het even hoe ik mij voel, laat hij van zich horen. Maar er is iets veranderd. Soms mag ik hem namelijk best wel, mijn keukenterrorist. Hij kan best grappig zijn met dat gestier en niet zelden moet ik om hem lachen. Het punt is, wat ik ook doe, ik kan hem toch niet stoppen. Hij is een terrorist en die raast nou een keer. Een terrorist doet niet aan Zen.

En mijn lief? Die klaagt niet. Koken met mij zonder dat zij het gevoel heeft op strafkamp te zijn, op dat punt ben ik al. Ze vind het zelfs leuk!

No comments:

Post a Comment