Tuesday, February 28, 2012

Donker Hardhout

Die hele crisis, hè.. en dat iedereen zo bang is dat we onderuit gaan. Ben ik nou de enige die steeds moet proesten als Matthijs weer zenuwachtig de ‘echte kenners’ ondervraagt?
Wat nou crisis…?
De ironie is, dat de groep die het echt moeilijk heeft in Nederland, juist die groep is die het verschil niet voelt, want zij leven hun hele leven al in een ‘euro-crisis’; zij hebben nooit een auto, een hypotheek, een bank en überhaupt geld gehad. En dat is toch waar wij Albert Heijntjes, hypotheek-aftrekkertjes en 130-jes de hele tijd een beetje om moeten huilen.. in onze trein die toch zo maar al twee minuten te laat is 'kut NS winterdienst fucking plaszak slechte aansluiting geen koffie meer aan boord kut kut kut derde wereld mentaliteit…'
(vindt je dit te grof? bezoek eens een perron)
Ik moest aan deze Ontzettende Medelijdertjes denken toen ik Ali B weer op volle en o zo authentieke toeren zag (wereldgast)  

Waar gaat dit zenuwachtige mondiale gezeef nou eigenlijk over? Ik denk dat het gaat over hoe je in zestig jaar heel veel leuke en lekkere dingen met elkaar bedenkt - Jamin in de overdrive - en daar smul je dan van... tot het moment komt dat je iets van dat snoepgoed moet loslaten. Of heel veel.
Dat is ongemakkelijk, zeker, maar geen ramp. Soms trap je te hard op het gaspedaal.
Volgens mij vinden we dat we in een crisis zitten omdat we precies denken te weten wat we ‘horen te hebben’ en wat we eventueel zouden ‘missen’. Maar die categorieën zijn gewoon bedacht en vaak niet alleen door ons. In ons echoën onze ouders en grootouders mee. En daar kunnen we niets aan doen, dat is natuur. Wij leren onze kinderen immers ook wat ‘bezit’ eigenlijk inhoudt. Maar ja, meestal denken wij bij ‘bezit’ niet aan basisvoorwaarden, maar aan toevoegingen. En voor de duidelijkheid, er is niets mis met bezit of genot. Maar het is ook niet meer dan dat. Het is niet zuurstof of water.
Onze crisis gaat over meubelen die zijn gaan doorzitten, niet over de vloer waar ze op staan. Dus wat is de ramp? Even alleen maar wit en bruin brood? Minder auto’s meer kinderen op straat? Even niet verhuizen en geen last van te weinig sneeuw op de piste…. of vijfendertig soorten ongemalen peper bij de appie (daar pest ik altijd daklozen mee. Strooi ik ze in zo’n lekkere kleurenmandala uit over straat en dan van: ‘Hé dakloze, dit is onze crisis. Likken jij!’ Vinden ze leuk, joh! Gooi ik nog wat Himalaya-zout in hun ogen. Krijsen als een kind zo blij. En ik ook hè, want ik verveel me verder dood)

Waarom moest ik aan onze 'crisis' denken toen ik Ali B voorbij zag toeren? Wel, omdat die jongens die hij onder zijn hoede neemt, me herinneren aan wat wij verloren lijken te zijn.
Toen ik klein was, hadden we bij ons om de hoek een struik staan met witte bolletjes. Ik was daar verrukt van. Zo’n bolletje hoefde ik maar heel licht aan te raken – met de top van mijn pink – en ‘plop!’ het spatte open! Wat een onrustige kracht, wat een ongeduld. Mijn verwonderde kinderbrein bedacht daar verhalen omheen, je wilt niet weten! Kent iemand die bessen? Als ik kinderen heb, zoek ik direct zo’n struik in de buurt.

Ali B brengt twee totaal verschillende mensen bij elkaar. Hij laat ze niet praten maar muziek maken. Geen gelul, maar gewoon over gevoelens, kwetsbaarheid, elkaar respecteren en dat soort dingen. En er gebeuren meteen kleine wondertjes. Heerlijk. ik moet dan altijd aan die besjes denken. ‘Plop!’ en het lekt lente! Maar er is meer. Het zijn jongens van de straat. Ze hebben rotte dingen geflikt en vaak komen zij of hun ouders ergens anders vandaan dan uit Nederland. U weet wel, die Untermenschen, waarvan wij stiekem vinden dat ze onze samenleving gevaarlijk en zwak maken en waar we die ster voor hebben; ‘Ich bin ein ‘Allochtoon’ (welke Nazi heeft dat woord trouwens uitgevonden en welke zwakbegaafden blijven dat nou nog steeds gebruiken?). Het is de groep die wij ooit ontzegden medeburgers te zijn en nu verwijten dat ze zich niet als zodanig gedragen. Ali B plukt de nazaten hiervan uit een studio, waar deze zojuist voor het eerst, met hun ballen, hun kloten en hun veel te grote kwetsbare hart over hun verrotte jeugd staan te dichten (en jezus, wat doen ze dat mooi!). Ze zijn net uit de Goot van Nederland gestapt, waar hun ouders en grootouders decennia lang door Links en Rechts in zijn gemept.

Niet zo lang geleden was een jonge, energieke man op tv. Hij sprak over een hele andere groep; de groep die het 'wèl' goed doet; de door ons genegeerde ‘Succesvolle Donkere Nederlander’. Even voor de duidelijkheid: bij ‘donker’ heb ik het over Moslims, 'Mediterranen', Afrikanen en ons hele Koloniale Verleden erbij.  Gewoon alles tussen couscous en een gebakken banaan. En die groep is groot! Hij hield een heel betoog, maar ik plaats het even in een beeld. De Succesvolle Donkere Nederlander is een Grote Boom. Aan de ene kant staan Wilders en zijn zwak-volgers te trappen en aan de andere kant staat links te janken met wollen dekentjes: ‘koud, groot boompje’. Ondertussen staat die boom in de negentiger jaren en daarna als een idioot te groeien en te bloeien, neemt sappen uit de aarde, verspreidt zuurstof, geeft heerlijke vruchten af.. kortom: hij is succesvol. Hij staat volop in de lente, met kracht, élan en engagement. En wij merken het gewoon niet op, want, ‘ze’ hebben een hoofddoek, dwepen met allah, met voodoo en familieclans, dus dat is ‘allochtoon’.
Maar het is toch echt gewoon een Nederlander, die volledig in onze samenleving functioneert en in alle lagen van het economische, politieke en culturele leven opereert als ieder ander. Al jáááren. Hij wordt wel zorgvuldig uit de media gehouden natuurlijk, want hij lijkt niet op de rotte appel waar we graag bang voor worden gemaakt, maar hij is een realiteit en houdt ons een spiegel voor.
Aldus hun officieuze woordvoerder.

Maar goed, Ali B richt zich op zijn broertjes en zusjes die niet zo succesvol zijn. Maar.. Ali geeft geen voorlichting, wollen dekentjes, vertelt niet over allerlei vage mannen-normen en vrouwen-waarden en checkt geen handbagage. Ali maakt gewoon… muziek. En dan gebeurt het hè, net als die bes; ‘plop!’ en ze openen zich om hun onrustige, eerlijke en gepassioneerde sound uit te storten en à la minute nieuwe vormen te creëren. Bijna geil, zoals zo’n plantje op National Geographic in versnelde modus; ‘tril, tril, tril… Bloem!’.
Dat zou zo maar een boom kunnen worden mensen, stel je voor!
En dan hebben we het alleen nog maar over één programma; dat van Ali B. Moet je je voorstellen als we er echt werk van gingen maken! Maar nee, wij spelen crisisje en terwijl wij janken bij de bouwval van ons zelf bedachte snoepgoed, hebben we niet door dat het niet over vormen, maar over intenties gaat; het huis staat op instorten, maar er ligt een nieuw fundament. Een fundament dat we zo meteen, tussen het stof en de afgekraakte planken, wel mòeten zien. Het is donker hardhout en ijzersterk. Het is onze multiculturele samenleving, met onze medebroeders die bruisen van engagement, die soms ontsporen, die vermengen, die ons soms verwarren, maar ook integreren. Ze bouwen onder ons gejank gewoon door, zoals onze ouders en grootouders in de jaren vijftig. Ze zijn gefocussed en opgewekt omdat ze alle levenskrachten om te groeien zelf hebben aangeboord. Ze zijn niet verwend, want het kan alleen maar beter. Zij zijn het fundament dat niet door ons hoeft te worden uitgenodigd te integreren. Wij worden uitgenodigd door hen om te ‘her-integreren’. En we zouden het moeten weten, want we doen het al eeuwen. Check je geschiedenis. Daar is de Nederlander groot in: herintegreren. Dat is namelijk de basis van die tolerantie van ons.

Herintegreren. Dat betekent; naar elkaars muziek luisteren - echt luisteren - niet naar de buitenkant kijken, maar gedeelde emoties erkennen en elkaar liefdevol coveren. Laten zijn wie je bent… dat soort cliché’s
Ali B, man, wat ben je een authentieke gast en ga vooral zo door!
Laat al die zenuwlijerende NS-kankeraartjes maar verder rollebollen in hun twee minuten te late treintjes. Laat Pauw en Witteman maar verder inkop-interviewen en de politieke gasten van Matthijs fastfood-babbelen, tot genoeg mensen doorhebben dat ze voor altijd en voorgoed naar gesprekstechnieken kijken. Laat de media maar verder zijn rol als Joker van de Koning spelen, zodat de grote meute zijn boosheid ongevaarlijk ejaculeert in de huiskamer en te bevredigd is voor zelfstandig overwegen en engagement in de arena.

In Tibet, hoog in de besneeuwde bergen zegt een leerling monnik tegen zijn meester: ‘Meester, zit Nederland zo diep in een crisis, dat ze ons Himalaya-zout moeten importeren, om te kunnen eten? Wat erg’. De meester kijkt zijn leerling glimlachend aan en spreekt: ‘Alle verwarring zit alleen maar in het hoofd. Er bestaat helemaal geen crisis’

Tuesday, February 21, 2012

Aussie en Philly

Op een dag, in mijn Filipijnse resort, krijg ik twee nieuwe buren in de hut naast mij. Een oudere westerse man met een jonge Filipina van ver beneden de consumeringsdatum. Later hoor ik: hij vijfenzestig en zij achttien. Er is altijd baas boven baas.
Ik heb, na een korte ontmoeting eerder die dag met haar, mijn zwaar vette mening al klaar liggen, maar wordt in de namiddag door een ongewild charme-offensief van hun kant in no time een paar biertjes ingeluld en ik blijf plakken. Alles om mij heen is zo azuur-blauw en hagel-wit en ik vind momenteel iedereen bijzonder.
We maken grapjes over onze moeilijke voornamen en ik hoor mezelf tot mijn stomme verbazing bijnamen voor ons bedenken; Aussie (hij is uit Australie), Philly (zij is Filipina) en mij noemen ze Ingie..
Weg politieke correctheid. Hallo foute vakantiehumor..
Net iets later breekt het snoer van mijn adapter af; hij is zo genereus om mij de zijne te lenen en ‘s avonds nodigen ze me uit om bij hen te eten. Zo snel gaat dat. Zij kookt heerlijk.

En zo zit ik bij een net ondergegane zon een biertje te drinken met hem, terwijl zij eten klaar maakt. En dan vertelt hij zijn verhaal; hoe hij zijn vriendin heeft leren kennen. 'Ik kom al heel lang in de Filipijnen. En altijd als sekstoerist. want dit is 'the place to be'. Ik rommelde wat hier en ik rommelde wat daar. Jij weet waar ik het over heb.'
Ik ga even verzitten en neem nog en lullig slokje van mijn bier. Wordt het zo’n gesprek.
Nou ja, dat rommelen.. hij kwam dan eens her en dan weer eens der, maar ook dat ene eiland daar en daar, ken je dat?
‘Nee’, zeg ik iets te kort.
Nou deze keer kwam hij dan ook daar en daar. En daar en daar is het Mekka, het Walhalla, nou ja, het ultieme neukparadijs van de Filipijnen. Jongen, een lange straat waar het allemaal gebeurt in café’s voor weinig geld. Makkelijk scoren en die meisjes.. nou ja, ‘Ik deed maar wat’.
ik houd mijn mond en ruik een verhaaltje.
Deze keer besloot hij een klein barretje te bezoeken aan het einde van de straat. Waarom? Geen idee. Hij ging naar binnen, dronk een biertje, tot een jong meisje, dat is dan Philly, hem in de gaten kreeg en meteen op hem afstapte.
‘Ze werkte er pas drie dagen en ik was de eerste man op wie ze afstapte. Ze was dus zo goed als maagd. Nou ja, ze heeft een zoontje van anderhalf. maar daar was dus niets van te merken. Je snapt me wel. Maar dat was dus het bijzondere; van alle mannen die ze had kunnen scoren, nam ze mij. Ongelofelijk he?’
Aussie kijkt me vol verwachting aan. Ik krijg het gevoel dat ik overtuigd moet worden van een krampachtige conclusie. Omdat ik niets zeg, meent hij een bondgenoot gevonden te hebben.
‘Ja en ik was dus in feite de tweede man in haar leven. Nou dat kon je voelen hoor. Lekker strak’.

Dit is dus het moment waarop ik moet weglopen. Maar in hun hut wordt mijn eten gemaakt en eerlijk gezegd ben ik te nieuwsgierig naar het vervolg van deze absurditeit.
‘Ongelofelijk hè,’ glimt Aussie, ‘ze ziet mij, twijfelt geen moment en gaat met mij mee naar mijn hotel. Dat is toch bijzonder?’
Ik zit met mijn biertje in mijn hand en ja, daar zit ik dan met mijn biertje in mijn hand. Is hij nou zo naïef of gelooft hij het echt zelf?
Maar we zijn er nog niet.
Ze hebben seks maar er is meer. Er springt bij onze Australier een vonk over. En niet zo’n beetje ook. Nou ken ik Philly ook twee minuten en ik moet zeggen, bij mij sloeg de vonk al over vóór ik haar zag. Wat een geil ding. Maar dat bedoelt onze Aussie niet. Nee, ben je gek. Het is een heuse, echte spirituele vonk.
Zo, het woord is gevallen.
‘Ik ben namelijk spiritueel. Ik ‘chant’ ook (…?) en ben ook hypnotherapeut. Ik zie trouwens dat jij op een tweesprong in je leven bent.’
(godverdomme, ga pokeren man.. iedere mafketel op dit eiland is op een tweesprong)
Nee, dan Aussie. Aussie voelt dingen, Aussie ervaart dingen. Man je wil niet weten. En dat gaat diep hoor. Hij wordt verliefd op Philly en wel meteen.
‘Ik ben vijfenzestig, maar heb nog nooit zo’n wijze vrouw ontmoet’
Nou bij haar springen ook de vonken ervan af. Zeker als Aussie voorstelt dat zij het kind bij de familie laat en met hem zes weken rondtrekt door de Filipijnen op zijn kosten plus extra kosten achteraf. Ach, ze heeft toch niets anders te doen en die bar.. dat zou op den duur toch niet echt een ontspannen werksfeer gaan opleveren. Dus zo gezegd zo gedaan.
Eerst krijgt Philly nog wel een acute urineleider ontsteking (ja, als je eenmaal een verhaal begint, moet je de details niet vergeten) en voor Aussie het weet, zit hij in het lokale ziekenhuis $250 te lappen voor zijn kakelverse, kreperende soulmate. Maar alles loopt goed af en ze gaan op weg. ‘En wat er sindsdien is gebeurd, man! De gesprekken die we kregen en hoe ze me leert om open in het leven te staan. Dit is puur karma. En de seks.. (hij gaat verzitten om zijn vijfenzestig jaar oude pik, die door zijn geratel is gaan opveren, ruimte te geven). Deze hele trip is als: man, wat overkomt mij! En ja, Jezus, welke dude van vijfenzestig kan nou zeggen dat hij een vriendin heeft van achttien. Hahaha…
‘Hoe vind je dat dan?’ Aussie kijkt mij met rode wangen aan. 
'Dat is toch geen toeval. Zo’n sterke band? Ik geloof in reïncarnatie en ik heb zomaar het vermoeden dat wij elkaar uit een vorig leven kennen’
'...'
Tja, Ik moet nu iets gaan zeggen dus het wordt zoiets als: ‘En hoe is het daarna met jullie verder gegaan’. 
Aussie kijkt mij verbaasd aan.
‘Huh? Nee, ik ken haar pas een paar dagen. ik ben net op vakantie. Man, dit wordt de mooiste reis uit mijn leven.’

Het begint langzaam tot mij door te dringen dat dit grote kind echt meent wat hij zegt en ik zwijg. Ik weet even helemaal geen bijpassende blik voor deze twister.
Maar Aussie maakt gewoon een doorstart met alweer een klinkende Viva-tekst: ‘Echt, ik heb het gevoel alsof ik in een totaal andere fase van mijn leven ben terecht gekomen met deze vrouw.' (en dat meent ie, want de volgende dag staat hij met dat vijfenzestig jaar oude lijf op zwaar foute tiener-dance te springen op zijn veranda. En ik verzin dit niet)
‘En dat leeftijdverschil joh.. Hoe zat het bij jullie ook al weer?. (o ja…shit ik bent weer een te snel te persoonlijk geweest in het begin zonder eerst te checken kut kutterde kut en nu kan ik niet meer terug)
‘Ehh.. zeventien jaar’ lispel ik.
‘Ja precies! Fuck leeftijdverschil! Daar gaat het echt niet om. Weet je, natuurlijk hebben wij geen toekomst (Zo, jij leert snel) maar je moet in het Nu leven joh. En dit meisje… weet je… ik ben vijfenzestig maar ik heb van haar al meer geleerd dan in mijn hele leven daarvoor (daar kan ik me onder de hand iets bij voorstellen). Ze weet me te raken met haar open hart. Dit meisje en ik..dat gaat over respect man. 
Lieverd, breng nog eens een biertje. Ja doe maar even nu, ja?’

Ik hoor hem aan en zie in mijn herinnering zijn spirituele zuster, zijn neukgodin en liefdesengel eerder die middag nog verveeld staan 'shoppen' bij mij, in mijn hangmat.. als hij even weg is.
‘Hoe lang zijn jij en je man al op pad?’ vraag ik, met de nadruk op ‘man’
‘ Hij is niet mijn man’ zegt ze iets te snel. Ze krult haar buik mijn richting uit. ‘Hij issehh..’, ze trekt haar lippen op, ‘hij is.. je bedoelt..’. Ze wijst naar hun hut. ‘Mwah..mijn ‘boyfriend’.. Althans.. wat ben je aan het lezen?’
‘Reizen jullie al lang?’ ga ik gewoon door.
‘ Ik ken hem uit een bar, waar ik werkte. Maar ik ging niet met klanten mee hoor. Hij is pas de tweede man in mijn leven met wie ik seks heb’
Ze kijkt me betekenisvol aan. Maar ik geef geen respons en opeens valt het doek.
‘Ik had bloed.. ' Ze wijst met een vies gezicht wat onhandig omlaag, naar onder haar buik. Ze is opeens zo heel erg achttien jaar..
‘Ik weet eigenlijk niet waarom ik met hem meeging’.
 ‘Aantrekkingskracht?’ vraag ik onhandig.
‘Mwah..’
‘Weet je al wat je hierna wilt gaan doen’
‘Ik wil niets. ik leef voor mijn kind’