Friday, January 23, 2015

Ogen

Er is iets met ogen. Ogen van mensen. Mensen die je aankijken. 
Tijdens mijn werk aan boord van vliegtuigen stappen soms wel twee à driehonderd mensen in. Bijna al die mensen kijken mij aan. Voor ik het weet zijn ze mij voorbij gelopen maar hun blikken doen altijd iets met mij. Die laden mij op. De volgende dag, wandelend in hun stad, zie ik weer heel veel ogen en daar gebeurt het dan weer.
Er zijn culturen in de wereld waarin mensen elkaar, in sociale omstandigheden, veel langer aankijken dan ik gewend ben. Met name in Afrika en het Midden Oosten. India is ook berucht. Als ik daar op straat loop ontmoeten vele donkere ogen mijn ogen en word ik nieuwsgierig, lachend of verleidelijk, maar altijd indringend aangekeken. Ik glimlach dan, maar zij blijven vervolgens hangen in mijn blik, langer dan ik aankan. Ik word ongemakkelijk maar zij wijken niet. Ze lijken mij in zich op te nemen, mij te ‘ervaren’. Uiteindelijk besluit ik mij over te geven en in het zwart van hun pupillen te verdwijnen. 
Op die momenten kan heel veel gebeuren. 
Ik zelf heb dan altijd een gevoel van herkenning en verbinding, alsof mijn ziel resoneert op iets dat die ander ook heeft. Het is acceptatie. En ik hoef daar eigenlijk niets anders voor te doen dan tijdens het kijken mij te realiseren dat de persoon die mij aankijkt in wezen ook verbinding zoekt. En dat voelt hij. Ik weet zeker dat dat zo is. Ik heb daar geen geloof of een moeilijke wetenschappelijke theorie voor nodig. 
Ieder mens zoekt verbinding.
Als iedereen zou stoppen met oordelen te vormen over culturen wiens ogen men niet kent en in plaats daarvan anderen, gewoon in de eigen buurt, meer in de ogen zou kijken, dan zou zich iets verspreiden als een veenbrand, langzaam, over de hele wereld, en zou er volgens mij minder weerstand, achterdocht, verwarring en geweld zijn. Er zou dan minder angst zijn. Want angst begint bij een gevoel van onbekendheid en als je iemand echt in de ogen kijkt is hij alles behalve onbekend, dan is hij een broeder. Dan voel je zijn noden aan op een dieper niveau, waar geen uitputting is. Geen lege accu's. Daar gaat het maar door. Op dat niveau is oneindige energie. Dat is namelijk liefde.
Dit klinkt wat zweverig, maar heus, ik geloof niet in een perfecte wereld. Agressie is een belangrijk onderdeel van menselijke evolutie en draagt bij in het hele proces. Maar toch.. doe het maar eens. Ga maar eens tijdens de boodschappen een ander echt in de ogen kijken, glimlach en kijk wat dat met je hart doet en je opvatting over die persoon. Kijk ook maar eens welke reactie je krijgt. Ik geef je op een briefje dat als je thuis komt je je lichter voelt, ook vrolijker, en gevoed.

Het is gratis, je hoeft er geen moeilijke cursus voor te volgen en je hebt geen handleiding nodig. Alleen je ogen en je hart.


Saturday, January 10, 2015

Parijs

Heel veel mensen vinden dat het ‘niet goed gaat met de wereld’. Zij zien de misère op internet en televisie en denken dat dat de wereld vertegenwoordigt. Het is zo vanzelfsprekend geworden tegenwoordig om het ‘somber in te zien' dat iemand die het wel positief inziet, zoals ik bijvoorbeeld, als een naïeve afwijking wordt beschouwd. Maar een positieve mening kan óók voortkomen uit zorgvuldig en intelligent denkwerk.
Dit jaar ben ik gestopt met het volgen van de headlines in het nieuws, omdat ik een patroon van herhalingen zie door de decennia heen dat mij vermoeit. Ik zie momenteel, met het Parijs-incident, de lamentaties en steunbetuigingen weer voorbij komen op Facebook en denk: ‘Daar gaan we weer!’

Het patroon ziet er naar mijn idee als volgt uit:
opbouw emoties:
- incident via diverse media waarnemen,
- boze en bange emoties ontwikkelen,
- meningen hebben in huiselijke kring,
- zoveel mogelijk video’s, quotes, headlines en cartoons verzamelen en ‘sharen’,
- meeleven met de slachtoffers,
- zondebok aanwijzen (meestal Amerika, Poetin of Islamieten. Liefst alledrie)
fase van bespotten:
- het land, cultuur en zijn gewoontes bespotten,
- betrokken Nederlandse ministers bespotten, 
- betrokken commissies bespotten,
- militaire troepen bespotten,
- wereldleiders bespotten,
opbouw naar gevoel van machteloosheid:
- oranje-feestje om het een of ander. Meestal met volkse en intellectuele zanger samen op één podium,
- benoemen van het nationale eenheidsgevoel, 
- nationale eenheidsgevoel bespotten,
- lachen om diverse grappenmakers op tv die alle bespottingen nog eens overdoen,
- Door de bomen het bos niet meer zien,
- depressieve conclusies trekken over Europa, Amerika, nationale leger, de VN, de NATO en vele internationale organisaties die zich onder de hand rot werken om de rommel weer op te ruimen.

Na dit moment treedt er vaak een fase in waarin op TV en internet als na een zware regenbui inzichtelijke en beschouwelijke programma’s uit hun holletjes komen. Historische en culturele standpunten krijgen meer ruimte en oplossingen worden gevonden in lange termijn strategie. Het is de tijd van de praatprogramma’s en documentaires. Dezelfde media die de zaak opklopten doen hier gek genoeg ook aan mee. Waarschijnlijk hebben ze verschillende kamertjes op zo’n redactie. 
Maar op het moment dat het ‘collectief’ dreigt weer in zijn eigen energie te komen - volledig uit te ademen dus - en daarmee kracht kan ontwikkelen doet wederom diezelfde media, weer vanuit het eerste kamertje - hitsig verslag van een volgend incident. Dat wordt wederom groot gemaakt, waardoor het uitademen niet wordt afgemaakt en angstig inademen vroegtijdig weer begint. We komen dus nooit tot rust. En belangrijker, nooit in onze kracht.

Wel, daarom ben ik uit die keten gestapt. Niet dat ik nu in mijn kracht sta, want er zit ironie in dit stukje, maar ik moet zeggen dat veel mij bespaard blijft wat toch nergens toe leidt. Ik ben bijvoorbeeld de enige Nederlander die niet weet wat ISIS is (dat is echt waar). Ook weet ik niets van de Oekraïne af en gaat alles over Ebola aan mij voorbij. Want nogmaals, het zijn - hoe heftig dat laatste voorbeeld ook - patronen die steeds opduiken en weer ondergaan. Als er echt stront aan de knikker is hoor ik het wel. Wat ik bijvoorbeeld veel interessanter dan onthoofdingen vind is om het zelfbeeld en inzicht van moslims te zien veranderen door grotere internationale druk. Interessanter dan Poetin een 'dictator', een moslim een 'vrouwenhater' of Afrika 'hopeloos' te noemen, is het begrijpen dat verschillende culturen totaal verschillende behoeftes hebben waar ik met de aanhankelijkheid aan mijn eigen Westerse cultuur nooit bij kan komen. Zo geloof ik in Democratie, Mensenrechten en Scheiding van Kerk en Staat. Punt uit! Maar dat doet dus niet iedereen. Ik heb daarom dus geen gelijk. en dat is spannend.

Ik vraag me af of jij, die vindt dat het niet goed met de wereld gaat, wel eens nagaat waar jou mening vandaan komt. Want de voorbeelden die deze mening ondersteunen komen niet van jou eigen waarneming - tenzij je over super-powers beschikt en overal tegelijkertijd bent. De voorbeelden komen van verslagen van anderen, voor jou geselecteerd, van plekken waar jij dus nooit komt. Ze komen van journalisten en pers-bureaus, met machtsstructuren die jij en ik niet begrijpen. Van gebieden met geboden en verboden die jij niet kent. En elke keer dat ik, door mijn werk voor KLM, met mensen praat die er zelf vandaan komen is er elke keer weer die wat beschaamde stilte en de verwondering en soms ook kwaadheid dat zaken zo anders in het nieuws komen dan… wat deze mensen ter plekke zelf zien.
Ik breng dit wel eens vaker op tafel en krijg dan steevast de verdediging dat men zich wel degelijk een eigen oordeel vormt over het nieuws… hoor, Ingmar! Maar in die redenatie zit een contradictie. Het veronderstelt dat het eigen oordeel over aangereikt nieuws een bewijs is dat de eigen mening ook onafhankelijk is. Want dat veronderstelt het woordje ‘eigen’. Dat, met andere woorden, het eigen oordeel over ISIS, na zelfstandig onderzoek en lezen, betekent dat je onafhankelijk nadenkt. Maar dat is niet waar. Een eigen oordeel vormen over ISIS, of Rusland, is geen teken van onafhankelijk denken, maar van denken over een onderwerp dat voor jou is geselecteerd óm over na te denken. Je bent dus niet onafhankelijk. De planeet is supergroot en bestaat niet alleen uit een enkele mafkees in een woestijn, maar veel vaker uit mensen van goede wil. En terwijl wij, dat het een lieve lust is, Facebook zitten vol te typen met meningen en zitten te responderen op aangereikte hysterie, draait die grote, mooie planeet gewoon door en reiken elke dag veel meer mensen elkaar een hand dan dat ze elkaar op de grond duwen. 


Die paar echte problemen in de wereld, die er werkelijk toe doen, hebben mensen nodig die hun energie daarop kunnen richten. Door volwaardig ademhalen. Niet door gehijg.


Saturday, January 3, 2015

Voor hem

Hij komt mijn kamer in, met dat grote, wat ongemakkelijke lijf. Het is al laat en ik lig in bed. Van onder de dekens langs hem heen zie ik het gedimde licht op het portaal en hoor het zachte geroezemoes van mijn moeder en de honden. Ik ben nog wakker en verwacht een berispend woord. We hebben ruzie gehad vandaag.

Hij zat me achterna door het hele huis en toen ik mijn kamer in vloog sloeg ik de deur voor zijn neus dicht. De sponning kraakte. Hij trok driftig aan de deurknop terwijl ik die aan mijn kant ferm vasthield. Mijn moeder had op de achtergrond geroepen dat hij moest ophouden en tegen mij of ik alsjeblieft de deur opendeed. Ik gehoorzaamde en toen hij boos naar binnen stampte gaf hij mij een enorme klap. Die klap was niet zo erg, maar dat duivels-rode gezicht en die brandende ogen van hem wel. Wat kon hij intens kijken. En ik schreeuwde, want ik was een wild kind, en ging huilen. Hij beende weg, sloeg de deur hard dicht en ik bleef die avond op mijn kamer.

Nu komt hij binnen, een paar uur later. Dat grote, iets te zware lijf, de blouse, de fris ruikende spencer en de lucht van aftershave en white musk.
Mijn vader. Papa. 
Hij loopt op mij af en ik voel aan alles, ik zie aan alles, dat hij weer rustig is. Er is overleg geweest met mijn moeder en goede raad. In de halve schemer van mijn kamer, in het dromerige schaduwspel van lantarens en de grote boom, komt hij naast me zitten op mijn bed. Ik zie zijn zachte ogen.. dat grote kind dat nooit volwassen werd. Ik ben gespannen en verlang naar zijn armen, zijn kus en de altijd beetje koude huid van zijn gezicht. De dekens, zijn geur, het licht op het portaal en de vanzelfsprekende aanwezigheid van mijn moeder. Alles voelt vertrouwd.
Dan pakt hij zachtjes met zijn handen de zijkant van mij hoofd en ontspant mijn kleine kinderlijf.
"Ingmar, wat ik daarnet gedaan heb, de klap die ik je heb gegeven. Dat had ik nooit mogen doen. Ik wil je mijn excuses aanbieden. Het zal nooit meer gebeuren".
Ik verberg mij in zijn armen en stamel ook een excuus.
Het gebeurde ook nooit weer.

Hij zit dicht naast mij, deze lieve man, het getergde kind, dat met de beelden van een tirannieke moeder en een koude vader op zijn ziel, door beiden genegeerd, besloot verder te leven. Maar ook beter te worden dan hen. Zijn hand blijft op mijn gezicht, een marker die nooit meer weg gaat, die het besef geeft dat in deze familielijn geweld -  de lege stilte van het menselijk tekort - dat dat over is. Een gebaar dat vertrouwen geeft, het vertrouwen dat mensen nodig hebben om elkaar altijd weer te vinden in de ruimte die hen scheidt.
Zijn hand vulde die ruimte op en genas een wond.