Thursday, September 5, 2013

Mijn Meissie


Giean, mijn Filipijnse vriendin, is voor de tweede keer in Nederland. Om Nederlands te leren. Maar er wordt in ons Amsterdamse appartement ook ‘Ingmars’ en 'Gieans’ geleerd. 
'Gieans'.. dat is soms veel makkelijker, maar vaak juist moeilijker dan ik dacht. Ik ben een 'opinionated’ baasje dat ook een lichte neiging heeft - ik druk me met mededogen naar mijzelf uit - anderen met een ongewild psychologisch inzicht in hun persoonlijkheid te vermoeien. Tja, dan stoot je met zo'n hard-core, introverte Aziatische natuurlijk voortdurend je hoofd; hoe ontleer je te denken dat je iemand kent..
Giean is een praktisch ding en in de ogen van haar sentimentele, romantische, bij ‘KRO's Spoorloos’ jankende geliefde soms een droge tante, die, als ik bijvoorbeeld met een plotseling gevoelig geuite ontboezeming kom, mij vrolijk attendeert op een leuk jurkje in de etalage. En wanneer ik met veel verontwaardiging de aandacht vestig op een nieuwsflits met 30.000 doden, verklaart zij, met volledig voorbijgaan aan mijn behoefte aan een emotioneel en filosofisch gesprek over de wereldvrede en het belang van een parlementaire democratie, dat de door mij klaargemaakte kippenpootjes zo lekker zijn en of ik nog wat wil. Wanneer ik koud bekomen ben van deze dubbele brute en harteloze reactie, gebeurt het dat ik haar een hachelijk verhaal vertel. Een van mijn collega’s was op safari en tijdens het stoppen bij een kudde giraffen komt een van die dieren, tegen alle wetten van ‘hoe-gedraag-ik-mij-als-giraffe’ in, recht op haar af, buigt ten overstaan van de totaal ontzette Rangers zijn lange nek naar haar toe en legt zijn grote, warme giraffen-hoofd voor een paar tellen tegen het gezicht van mijn collega.
Giean eet haar meloen gewoon door, maar er staan stille tranen in haar ogen. 

Dat is nou 'Gieans'
En de angstige genegenheid-zoeker in mij is opgelucht.

Een paar dagen geleden verras ik mijn lief door haar na haar Nederlandse les af te halen, de bus te nemen naar vlak bij de Polderbaan; lekker een middag vliegtuigen spotten! Mevrouw heeft gevoel voor drama dus zo'n grote Boeing langs je neus, dat gaat er in als koek. Alleen heb ik bij mijn spontane voorbereiding, die wel anderhalve minuut duurde, vergeten meters te tellen op google map, waardoor het wandelingetje naar de Polderbaan opeens toch heel veel langer wordt. Dwars door grasvelden, over fietspaden en langs bermen van snelwegen, komen ik en mijn dunne gympies dragende vriendin aan bij de beruchte start/landingsbaan die midden in het uitgestrekte polderlandschap ligt. Natuurlijk is het snoeiheet, is er geen schaduw en o ja, ik heb te weinig water bij me. Giean, niet direct een expert in wandelen, houdt zich toch vrolijk op de been en geniet van de vliegtuigen om haar heen. Maar ik voel mij opgelaten. Als gepassioneerd wandelaar wil ik mijn geliefde natuurlijk graag laten ‘wennen’ aan een goeie wandeling - 'zachtjes in-masseren' heet dat in relatietaal. Maar ja,  je kunt ook overdrijven. En terwijl ik hier en daar een zoen op het bezwete hoofd naast mij plaats - ‘charme-offensief’ is de naam die we daaraan geven - vrees ik een tegenreactie die gelijk staat aan een onverwachte plensbui wanneer je iemand voor het eerst de geneugten van het kamperen wil laten proeven; retreat, pull-down en vergeet het verder maar. Maar goed, het wordt nog nijpender als blijkt dat terug lopen naar de bushalte een beetje ver is, internet ontbreekt en wij op aanraden van een voorbijganger besluiten door te lopen om op de gok een bushalte te zoeken.
Om een lang verhaal kort te maken: de bushalte komt voorlopig niet, Giean krijgt blaren op beide hielen, ik een droge bek omdat ik het beetje water dat we hebben voor Giean reserveer en o ja, de zon staat ook lekker te broeien op onze blote bolletjes. De moed zinkt mij in de schoenen, daar midden in dat grasland. Uiteindelijk lopen we een slaperig dorpje binnen, waar een bus moest zijn. Die vinden we ook. We lopen die dag in totaal 9km. Maar daar gaat het net om. 

Terwijl ik mij tijdens onze barre tocht wat gegeneerd wentel in schuldgevoel kijk ik af en toe schichtig naar Giean. Maar die is blijkbaar niet kapot te maken, want tussen af en toe een oprechte kerm van pijn (thuis wordt het hete naalden en compeed voor de arme schat), grapt ze zich moedig verder langs de weg, fotografeert er op los en vertelt hier en daar een van haar beruchte totaal onsamenhangende verhalen. Ze initieert gewoon een gezellige overbrugging van onze vervelende situatie (en we praten hier toch echt over dezelfde vrouw voor wie een trap omlaag naar de metro in Manila al aanleiding was voor zuchten, steunen en een hoop drama)
'Gieans'.
En opeens besef ik dat ik in mijn geliefde een bondgenoot heb gevonden, die net al ik van elke situatie, hoe rottig ook, een feestje kan maken. Die tegen stress kan, zich niet laat kisten en de zaken neemt zoals ze zijn. Mijn stille kritiek dat zij soms wat afwachtend en weinig ondernemend kan zijn komt opeens in een gedifferentieerder licht te staan, omdat ik besef dat haar grote mate van flexibiliteit voortkomt uit exact dezelfde bron als haar passiviteit; namelijk haar - denk ik - Aziatische neiging om dingen te nemen zoals ze zijn en niet zo moeilijk te doen. En dat overgoten met het typische Giean-sausje van positief-sarcasme (jawel, het bestaat en het heet ook ‘Gieans’), maakt dat ik daar op die lange polderweg, met de hete zon op mijn kop, besef dat ik een parel in handen heb; een vrouw waarmee ik wel eens de grillige golfbeweging van het leven zal aankunnen en die vasthoudend naast mij gaat staan in voor en tegenspoed.

Terwijl ik dit type kijk ik naar haar foto en krijg een rilling in mijn buik: dat daar is mijn meissie. Dat daar, zij ja, dat is mijn meissie!