Tuesday, February 12, 2013

Mala

Ik ken geen andere plak op de aardbol waar de menselijke soort zich zo ambivalent gedraagt. Daar, geklemd tussen de geurende bergen en de stille oceaan worden fantastische dromen gerealiseerd, met persoonlijke nachtmerries als resultaat. Daar worden spirituele levensreizen gevisualiseerd door mensen die ten ondergaan aan zichzelf. Daar dringt alles wat de mens schitterend en gruwelijk maakt diep in de harde aarde van de woestijngrond door en drijft de stad tot waanzin en bezinning tegelijk. Letterlijk tegelijk. Deze stad is mijn grote liefde en ik zal haar even oppervlakkige als diepzinnige visualisaties altijd blijven eren, juist vanwege die mysterieuze ambivalentie.

 Ik weet het niet meer precies, maar ik ontmoette haar op een zonnige dag. En daarmee is eigenlijk alles meteen gezegd. Toen ik uitstapte en aanbelde bij de grote villa, voelde ik me vreemd en rustig. Nergens anders dan in deze stad kon de deur van een met Griekse zuilen omgeven woning opengedaan worden door een vrouw in een knal-paars joggingpak en knal-paarse nep-bloemen in het haar. 
De vrouw glimlachte en zei met een roestige sherry-stem:
‘Hi, I'm Jacky, nice to meet you Ingmar. She’s waiting for you. Come in please'.
En zo startte een van de meest ongewone vriendschappen die ik ooit in mijn leven heb gehad. Een bijzondere band met iemand die ik niet meer dan ongeveer tien keer heb ontmoet. Iemand die ik nog wel eens liefdevol in de ogen zou willen kijken, als ze niet overleden was. Iemand die ik om creatieve raad zou willen vragen; had ik die kans nog maar eens. Iemand die ik graag nog eens vertwijfeld in haar keuken zou willen zien staan, omdat ze nog geen kop koffie kon zetten en een poging daartoe, elke keer als ik op bezoek kwam, zo charmant verknalde. Een vrouw die zo broos en oud, maar ook zo lekker warm en intens aanvoelde als ik haar oude lijf, na weer een half jaar of langer, in mijn armen omsloot. Deze vrouw, met wie ik een niet te verklaren liefdesrelatie had, zonder dat we geliefden waren. Bij wiens latere huis ik stond, toen het door een bosbrand tot op de laatste steen verkoold was. Ze was toen al een tijd dood en ik stond daar met haar beste vriendin. Ik zag tussen het puin allemaal gesmolten en gebroken herinneringen en voelde een steek in mijn lijf, omdat ik voor het eerst ervoer, hoezeer ik haar miste. En ik mis haar nog steeds. Niet elke dag, maar vaak genoeg. En dan is het gevoel zo diep dat ik niet begrijp waarom juist wij een hele planeet tussen ons moesten hebben.
Iemand echt missen met heel je lijf is zo onvermijdelijk echt.

Ik liep Jacky achterna de villa in. Ik kwam meteen in de huiskamer. Er was geen hal. Ik keek tegen een enorm raam aan met daarachter in de tuin een zwembad. Rechts was de huiskamer, links een trap omhoog en boven mij, langs de hele linker zijwand, kon ik over een balustrade heen de eerste verdieping zien. Voor mij, op een verhoging in de ruimte stond een enorme lange eettafel, met een kakofonie aan porselein, glazen plantenbakken en andere getuigen van een rijk sociaal leven. Er lag overal hoogpolig tapijt. Later, toen ik er vaker kwam en bleef slapen, ontdekte ik dat dit tapijt in elke ruimte in het huis - inclusief het toilet! - aanwezig was. Van dezelfde nogal 'wollige' kwaliteit waren de stoelen, de diepe banken en zo ongeveer al het andere meubilair. Er stonden veel te gouden vitrinekasten, volgepropt met allerlei kitscherige beeldjes – veel engelen -  en er was een echte, onvervalste Seventies-bakstenen muur. Nog nooit had ik zo veel lelijke objecten gezien, die ook nog eens niet bij elkaar pasten. Ik zonk weg in een bank, vroeg me af wat ik hier in godsnaam deed en wachtte de gebeurtenissen gespannen af. Toen ik besloten had dat dit niet een huis van een bewoonster, maar van een verzamelaar was, hoorde ik rechts van mij die lage, wat sensuele, maar zeer heldere stem:
‘Hello Ingmar. Finally'.
Ik keek om en zag halverwege op de trap een oude dame. Ze moest zo rond de zeventig zijn. Ze had een azuurblauw broekpak aan dat haar iets frivools gaf. Wat ook meteen opviel was haar grote bos krullen en haar zware, professioneel aangebrachte make-up. Ze keek me niet anders dan koket aan, schoof een been naar voren, plaatste haar schouders subtiel naar achter en toverde vervolgens de meest ontwapenende glimlach tevoorschijn die je maar kunt bedenken.
Ja, daar stond nou een echte diva.
Het was  het jaar 2000, ik was  in Valley Spring Lane, Studio city, North Hollywood. De dame was Mala Powers en wij stonden op het punt vrienden voor het leven te worden.
   
Mala wist op dat moment niet beter dan dat ik haar voor het eerst ontmoette. Wat ik niet durfde te vertellen, ook niet in al die jaren daarna, is dat het eigenlijk een tweede ontmoeting was. Er was voor mij een eerste keer geweest. En die was, op zijn zachts gezegd, ‘een beetje genant’.

 Het begon allemaal met een passie. En die passie mondde in een dapper initiatief. Ik ging immigreren naar de Verenigde Staten en besloot dat in 1999. Ik kende, door mijn werk bij KLM, de VS pas twee jaar. Maar ik was in die korte tijd volledig verliefd geworden op dat duistere, agressieve, maar ook hoopvolle en inspirerende land. Wat een wrijving, wat een beweging! Daar wilde ik wonen! Ik klom in de pen en schreef een stuk of twintig middelbare scholen aan de oostkust een sollicitatiebrief. Mijn oude beroep van muziekleraar leek mij het meest geschikte werk om mee te beginnen als ik daar eenmaal was. Blijkbaar had ik met mijn gepassioneerde brieven een snaar geraakt, want een paar weken later kreeg ik van maar liefst zeven scholen een uitnodiging voor een gesprek. Naast scholen had ik ook brieven gestuurd naar (muziek)theatergezelschappen. Ik hoopte namelijk dat ik naast het lesgeven ook op termijn als componist en musicalmaker werkzaam zou kunnen zijn. Wat me uiteindelijk allemaal overkomen is, is een ander verhaal.
Feit is dat ik op een goede dag post kreeg uit de VS. Ik was daar aan gewend, maar deze keer kwam de afzender uit Los Angeles. Ik had daar wel brieven heen gestuurd, maar meer om mijn netwerk op te zetten en ik werd nieuwsgierig; helemaal uit LA..? Ik opende de langwerpige brief. Hij was in een keurig handschrift geschreven en kwam van ene Jacky. Het drong allemaal nog niet zo goed tot mij door wat er eigenlijk in die brief stond en ik moest hem drie maal overlezen voor ik het wilde geloven. Het kwam hierop neer: Jacky was de persoonlijke assistent van een dame, genaamd Mala Powers. Deze had via een vriend mijn brief aan een muziektheatergezelschap in Pasadena (LA) in handen gekregen. Mijn voornemen om naar de VS te immigreren en de bevlogen woorden over dat land, hadden haar interesse gewekt. Zonder ook maar een woord te zeggen over wie zij was en een kleine voetnoot betreffende het ongewone karakter van haar brief, nodigde zij mij, met dezelfde praktische vanzelfsprekendheid die ik later zo goed van haar zou leren kennen, uit om tijdens de eerste de beste trip die ik met KLM naar LA zou maken bij haar langs te komen; ‘om eens te praten’. Dat was het. Einde brief.
Ik was totaal overdonderd en keek meteen op internet wie die Mala Powers nou eigenlijk was. Wel, zij was niet bepaald een onbekende. Zij bleek de 'Queen of the B-movie' te zijn. Een titel met een negatief randje, maar dat bleek schijn toen ik de ongelofelijke lijst films zag – met grote namen -  waarin ze vanaf de veertiger jaren had gespeeld. Zeker, op een aantal na niet zulke bekende films, maar toch een indrukwekkende lijst. Waar ze echter vooral bekendheid door had, was haar werk als acteerleraar. Zij was de grote promotor van de onderdehand overleden Michael Checkhov; een van origine Russische toneelspeler/regisseur, leerling van Stanislavski. die bekend was geworden vanwege de ontwikkeling van een acteertechniek, die nogal haaks op die van zijn oude mentor stond. Maar hij was – en is – bekend bij een klein, maar selecte groep acteurs, onder wie vroeger Marilyn Monroe, maar ook Jack Nickolson, Clint Eastwood en vooral Johnny Depp. Mala had bij zijn dood de fakkel van haar vriend overgenomen en gaf nu, op zeventigjarige leeftijd, op zo’n beetje elke bekende universiteit in de VS, les in de Checkhov-acteertechniek.  Deze Grand Dame – toen ze stierf in 2007 was dat nieuws – nodigde een haar totaal onbekende Nederlander, op basis van wat gepassioneerde bespiegelingen over haar land, bij haar uit in haar villa in Noord-Hollywood.

Nou bleek het voor mij niet makkelijk om een werkvlucht naar LA te krijgen, maar wel naar het zeshonderd mijl hoger gelegen San Franscisco. En die reis viel precies samen met een voordracht over Checkhov, die Mala zou houden in Pasadena. Dit was mijn kans om haar te ontmoeten. Ik liet niet weten dat ik kwam en zou haar verrassen met mijn bezoek!
Toen ik in San Francisco aankwam, was ik stiknerveus, sliep kort en slecht en nam de volgende dag een ochtendvlucht naar LA, huurde een auto, reed naar een van de vele groezelige luchthaven-motels, checkte in, gooide mijn spullen neer en vertrok naar Pasadena. Ik kon niet wachten. maar ik was ook heel erg moe. Ik had een jetleg van negen uur en had vanaf mijn vertrek uit Nederland eigenlijk niet echt meer goede rust gehad. Toen ik veel te vroeg in Pasadena aankwam en als een bangig schooljongetje de plek had gevonden waar de voordracht zou zijn die avond, moest ik nog een aantal uren doorbrengen. Old Pasadena is weliswaar een van die vele onbekende juweeltjes in het door de meeste mensen als onaantrekkelijk beschouwde LA, maar veel meer dan twee grote avenues, met daarom heen een paar schitterend verbouwde pakhuizen en leuke restaurants, is het niet. Klein maar fijn.. en dat in LA. Na wat shoppen, hapje eten en foeteren voor een dichte cinema – omdat ik daar stiekem even had willen slapen - kon ik niet meer op mijn poten staan van vermoeidheid. En toen ik uiteindelijk 's avonds om acht uur aanwezig was voor de voordracht – het was in Nederland vijf uur 's ochtends - was ik een wrak.
Ik had in de zaal een plekje achterin genomen. Zoals gezegd, Mala wist niet dat ik kwam en ze wist ook niet hoe ik eruit zag. Maar ik wilde toch niet de aandacht op mij vestigen, want ik had mijn lijf totaal niet meer onder controle.
Toen Mala, met een bevriende filmproducent, het podium betrad, was ik onder de indruk. Daar stonden twee Hollywood 'die-hards'. Dat had ik nog nooit meegemaakt. De voordracht was ongetwijfeld interessant, maar ik heb er die avond niets van meegekregen, want al na tien minuten merkte ik dat mijn hoofd gevaarlijk vaak opzij zakte. Soms werd ik opeens weer wakker.  Ik kon niet meer. Wat een typische Ingmar-actie was dit nou toch weer; volledig mijn grenzen voorbij uit enthousiasme. Ik zat daar, helemaal in LA, ver van huis, vagelijk misselijk door de vermoeidheid, in een onbekend gebouw, om vijf uur in de ochtend Nederlandse tijd, in een mij totaal onbekend dorp in LA, naar een Hollywood-icoon te luisteren, die ik daarna ook nog eens even wilde ontmoeten en waarop ik een goede indruk op wilde maken. Maar ik zag er niet uit en had die middag al gemerkt dat ik stotterde door de jetleg. Hoe moest dat dan zo meteen, wanneer ik deze Mala Powers eindelijk zou ontmoeten? Wellicht zou ze met mij iets willen gaan drinken, met de hoge verwachting eindelijk deze brievenschrijver uit Nederland te spreken, van wiens woorden ze zo onder de indruk was. En ik…? Ik zou niet eens overeind kunnen blijven zitten, laat staan dat iets samenhangends uit mijn mond zou komen.
Kortom, de moed zakte mij in de schoenen. 

Hoe ik de voordracht ben doorgekomen weet ik niet meer. Ik denk dat ik in mijn eigen been kneep om wakker te blijven. Maar ik nam een besluit, dat voor dat moment voelde als een vreselijke afgang, maar wat later bleek verstandig te zijn.
Ik droop af
Ik was helemaal naar San Francisco gereisd, had een vliegtuig genomen naar LA, een auto gehuurd, een motel gescoord en was in twee uur naar Pasadena gereden, had daar een middag en een avond eigenlijk een soort van zitten wachten, had twee uur mijn gesloopte lijf wakker gehouden bij een voordracht…om daar te besluiten de persoon waar ik voor gekomen was en die ik eindelijk op een paar meter afstand van mij in levende lijve zag staan en met wie ik op het punt stond handen te schudden… niet aan te spreken en weer terug te keren naar Nederland!
Toen de voordracht was afgelopen, probeerde ik zo naturel mogelijk naar buiten te glippen, waarbij ik nota bene vlak langs Mala moest lopen. Sommige mensen keken mij aan, want iedereen kende elkaar hier, maar niemand zei gelukkig iets. Eenmaal buiten ontnuchterde de avondlucht mij en kwam ik tot mijn zinnen. Wat had ik nou gedaan??

Afijn, weken later was het eindelijk dan zover. Ik had een werkvlucht naar LA. Toen ik bij haar kapitale villa in Universal City aanbelde en Jacky met haar knal-paarse combinatie opendeed, zou Mala maar drie uur voor mij hebben. We begonnen te praten en stopten niet meer. Toen ik na drie uur naar buiten stapte en Mala in de deuropening mij op mijn hart drukte dat we elkaar weer snel zouden zien – wat ook gebeurde – scheen die heerlijke Californische zon op mijn hoofd, rook ik de eucalyptus-bomen in haar straat, voelde ik het altijd en overal onhoorbaar lage trillen van de filmindustrie en ervoer voor het eerst die diepe verbondenheid met Los Angeles, die mij nooit meer zou verlaten. Ik denk dat die verbondenheid toen, daar op straat, in de zon, geactiveerd is.
Ik kon nog niet weten dat de ongewoonheid van die eerste ontmoeting slechts een voorproefje was van wat me in deze vriendschap nog allemaal te wachten stond. Mijn bezoeken aan Mala zouden steeds iets onverwachts hebben, zeker toen ik een keer werd uitgenodigd bij een lunch met twintig mensen uit de film- en onderwijswereld, waarbij ik de hoofdgast bleek te zijn! Ik heb daar nog met de moeder van een beroemde filmster zitten praten, die later vanwege paparazzi via de achterdeur moest wegvluchten.

Maar dat is allemaal ruis. Voor wat ik hier kwijt wil.

Mala is een van de meest bijzondere vrouwen die ik ooit ontmoet heb. Niet door wat ze deed of betekende in Hollywood, want dat boeide mij niet – ook al was het ooit de reden om in te gaan op haar uitnodiging. Zij zit in mijn hart door wie ze was en het goede dat wij voor elkaar betekenden. Zoals gezegd, ze kon nog geen ei koken of koffie zetten, maar ik voelde mij bij haar meer welkom dan bij wie ook. Gesprekken tussen ons liepen nooit helemaal vlot, we waren tegengestelde naturen, maar later hoorde ik dat Mala zich weken van te voren verheugde als ik weer eens op bezoek kwam. Ze heeft bij mijn eerste en enige korte film tranen gelaten en een compliment gegeven dat mij tot op de dag van vandaag verward. Ik zag haar maar een stuk of twee keer per jaar, maar onze connectie was zo sterk, dat ik nu – vijf jaar na haar overlijden – kan zeggen, dat ik bijna niemand zozeer mis als Mala. Ons geheim was wellicht dat haar positivisme en het glimlachen van haar hart tegen alles en iedereen die ze ontmoette, direct aansluiting vond bij dezelfde glans in mijn eigen hart. Met die heerlijke bedwelming door de Californische zon en de eucalyptus-bomen werd ook bewustzijn van dit deel van mijzelf, voor het eerst geactiveerd en nooit meer verlaten.
Mala is in mijn ziel verankerd en ik houd ontzettend veel van haar. Net zo als zij van mij hield en, wie weet, houdt.