Sunday, November 30, 2014

Calamansi

Giean is sinds gisteren in Nederland. Voor de  derde keer, maar nu voorgoed.
We zitten deze eerste ochtend in een huis vol kaarsen, condens op de ramen en de kachel gezellig aan. Giean’s eerste herfst. Ze slaat zich op opvallend niet-kouwelijk doorheen. Eerder, om zeven uur 's ochtends, maken we een wandeling in een donker Westerpark - ik een vroege vogel, Giean jetlaggend - en haar neus is warmer dan die van mij. Mijne is ook langer.

Later zit zij wat te internetten en ik pers calamansi uit. Calamansi zijn Filipijnse citroentjes, ter grootte van twee pepernoten - om in de stemming van die ochtend te blijven. Ze zijn groen en hebben oranje sap dat naar milde limoen smaakt. Giean heeft ze voor mij meegenomen omdat ik er gek op ben. Ik mix ze met honing en water en droom van een resort. Daarna maal ik bonen voor mijn koffie. Zoals altijd ruik ik diep als ik klaar ben. De geur van die Douwe Egberts koffie is zo vertrouwd dat ik Giean vraag er ook aan te ruiken. Ik laat haar diep, maar heel langzaam inhaleren zodat het wat zoete van de Douwe Egberts-boon goed binnendringt. Dan kijkt ze verrukt op alsof ze een nieuwe geur ruikt. Ik ben wat teleurgesteld omdat ze niet het sentimentele in haar blik heeft dat ik erbij voel.
Ik realiseer me wat Douwe Egberts betekent voor mij. Douwe Egberts is mijn jeugd. Dat is zegeltjes knippen als ik zeven ben - “Ingmar, maak jij een nieuw pak koffie open. Vergeet de zegeeeeeegeltjes niet!!!” roept mijn moeder vrolijk. Om de zoveel tijd gaan wij in de kleine Renault 4 van Leiden helemaal naar Den Haag, met zijn allen, om naar de Douwe Egberts winkel op het Noordeinde te gaan. Daar leveren we de zegeltjes in en wachten gespannen af wat we met onze buit kunnen kopen.
Waarschijnlijk geven we meer geld uit aan benzine dan de prijs van het gratis oubollige koffiekopje of andere prullaria, maar daar gaat het niet om. Het gaat om mijn vader, die in zijn pyjama op zondagochtend de koffie staat te malen, het gaat om het wekelijkse zondag-eitje dat daarbij hoort, het gaat om een geur die zegt: 'leuk he, de dag begint!" Die geur…het Nederlandse van Douwe Egberts.
En dat alles lees ik natuurlijk niet in de ogen van mijn lieve Filipijnse vriendin. Daar lees ik bereidwillig medeleven.

Maar hetzelfde moet gelden voor Giean.
Als ik de calimansi uitpers hoor ik opeens uit de huiskamer: ‘I smell calamansi!!” Voor mij betekent dat woord de opwinding van de bezoeker, voor haar is het haar hele ‘Zijn’.