Elke ochtend loopt een echtpaar voorbij op het strand van mijn Filipijnse resort. Ik zit op mijn veranda, drink mijn koffie, lees een boek, zie hagelwit, ruik azuur, afijn: wakker worden zoals wakker worden bedoeld is.
Zo niet dat echtpaar. Dat komt mij elke ochtend een kleine steek geven in mijn vredigheid door de volgende choreografie; ze lopen van het uiterst linkse resort naar het uiterst rechtse resort – ik zit middenin - en weer terug. En dat dan vijf keer of zo per ochtend. Dan zit je al gauw aan een goeie vier, vijf kilometer. In de snoeihitte. Maar nou komt het: ze doen dit heel snel. Elke ochtend! En we praten dus niet over ‘haastig’ lopen, of zo. Nee gewoon vol plankgas door het rulle zand, tien keer mijn hut voorbij, dat ik me bijna schuldig ga voelen, met mijn boterham met pindakaas.
Zij zijn rond de zestig, gebruinde lijven en lekker simpel hè. Zij heeft gewoon een badpak aan, met een
maritiem accentje. Verder heel seventies. En hij loopt in een veel te strakke
en korte zwembroek. Hij kan het overigens hebben, deze tanige wandelgod, maar
het blijft toch wat homo.
Ik begon redenen te zoeken. Ik dacht, oke, het zijn
geen lokalen, dus het betreft niet een of ander inheems ritueel, waarbij het
strand wordt gerevitaliseerd. Om visgoden gunstig te stemmen of zo – ik heb
gekkere dingen meegemaakt in al die jaren reizen.
Toen ik ze trouwens voor het
eerst zag, dacht ik dat hij nodig moest. Geen gekke gedachte gezien de manier
waarop hij loopt. Hij buigt namelijk iets voorover en zijn armen bewegen als
zo’n robot in een van de eerste SF-films, zo lekker houterig en gespannen. Komt
natuurlijk door dat tempo maken in los zand, begrijp ik ook wel. Maar daarbij
heeft hij, in weerwil van zijn gedateerde zwemtenue, op zijn iets te kleine
hoofd een super coole gangster Bono-bril. En hij fronst. Alsof hij perst. Dan
is de relatie met een overspannen stoelgang toch al gauw gemaakt, vind ik. Maar
ja, toen ze voor de derde keer voorbij kwamen dacht ik: je kan toch niet zo stom
zijn hier. Wat is het dan?
Ik heb ook nog gedacht dat ze
iets kwijt waren. Dat verklaart het zigzaggende gedrag, maar ja, dan zit je
weer met dat turbo-tempo. En die bril.
Mijn derde optie is
snelwandelen. Niet slecht bedacht, vind ik zelf. Aan de andere kant, het kan toch niet zo
zijn dat je duizenden kilometers reist om op een hagelwit eilandje als een
idioot heen en weer te gaan lopen? Bij mijn buren is het ook al
besmuikt lachen. Ik begrijp het wel. Je zit midden in deze
über-relaxte
toestand, razen er twee randdebielen door je frame. En waarom?
Ik heb gister in het dorp een
vangnet gekocht en ga ze volgende keer vragen stellen.
No comments:
Post a Comment