Monday, January 23, 2012

Mijn Vader



Ik mis een vader. Ik kan helaas nog niet zeggen dat ik ‘mijn’ vader mis. Of ik dat diep van binnen wel doe, weet ik niet. Het houdt me in ieder geval bezig, die man. Maar dat is iets anders. toch? Ik heb nog niet de plek ontdekt waar hij mij raakt. Want ik kende hem eigenlijk niet. Ik denk vaak aan hem en de laatste tijd komen er ook spontaan herinneringen aan hem omhoog, die mij laten glimlachen. Het is lang geleden dat ik dat had. Een van die herinneringen is de volgende. 

Mijn vader en ik fietsten veel toen ik jong was – zo’n beetje middelbare school. Hele afstanden in de binnenlanden van het Groene Hart. Dan was het zomer en heet en wij maar bikkelen langs die eindeloos saaie landwegen waar maar geen eind aan kwam. Je zag die kerktoren al, maar waarom werd dat ding niet groter? Die landwegen. Waar we over praatten tijdens die sessies weet ik niet meer, maar als we Leiden in de verte al zagen liggen waren we bezweet, verbrand en afgepeigerd. Heerlijk. Op een keer kwamen we zo net voor Leiden langs het water een fijn cafeetje tegen. Mijn vader was net als ik een romanticus en hij was niet in staat om zo’n soort cafeetje te ontkennen. Zo’n kotje, met wat verlate kerstverlichting, geblokte tafelkleedjes en koffie uit een glas. De geur van fout vet..
Ja hoor, mijn vader was al afgestapt. En ik volgde natuurlijk.
Hij bestelde een biertje voor ons. Een vaasje. Ik was geloof ik nog net op de leeftijd om het feit dat hij voor mij iets met alcohol bestelde als een echte vader-zoon intimiteit te ervaren. Een nieuwe fase in onze vertrouwelijkheid. Een heerlijk moment in een mannenleven.
Hij was net als ik niet echt een planner. Laten we zeggen; mijn vader besliste niet op consequenties, maar op de verrukkelijkheid van een moment.

En dat hebben we geweten.

Na ons biertje was onze dorst gelest. We waren ook niet meer zo heel erg moe toen we opstonden. We hadden eigenlijk wel zin om naar huis te gaan! Mijn vader keek mij met die heerlijke roesogen aan, een blosje op de wangen, een onhandige aai door mijn haar, maar dat was oke en we stapten op de fiets. Ach, we moesten nog wat slingeren langs het water, de brug op en dan waren we al weer bijna thuis, joh!
Maar we kwamen geen meter meer vooruit. Mijn benen waren lood, mijn hartslag zat in mijn oogkassen en mijn lijf wilde eigenlijk nog maar één richting uit: omlaag. Nee, de grond in. Ik keek naar mijn vader en die was er net zo aan toe. Hij keek me verrukt aan en lachte een soort schuldige, toch nog steeds heerlijk plezierende, eigenlijk gewoon aangeschoten lach. We stonden stationair en waren dronken als de hel van één vaasje! We spraken geen woord maar we lazen het in elkaars ogen: welke eikels gaan nou tien kilometer lege-maag-fietsen, met de zon op de kop en dan twee kilometer voor de finish een biertje drinken?
We kwamen een half uur later kapot thuis. Mijn moeder meteen in de frons-modus, maar toen ze zag dat wij vol heerlijke zelfspot op de bank ploften, zag haar behoefte aan kritische moederzorg alleen nog de schamele uitweg van grommende berusting. Mijn vader en ik schoten de rest van de dag elke keer in de lol als we elkaar voorbij strompelden.

Deze kwaliteit, om de romantiek van een moment te verkiezen boven logische keuzes, dat is iets dat ik me herinner van mijn vader. De voorbeelden zijn legio. Jezelf even onverantwoordelijk kwijtraken in de intimiteit van een mooi moment. Dat is een waarde die ik van hem geleerd heb. En zal blijven oefenen.

No comments:

Post a Comment