Sunday, December 1, 2013

Vakantie 2013 - Ver, ver afgelegen..


Na een fantastische roadtrip van twee dagen komen we aan in Panaman - ik definieer 'fantastisch' trouwens als ik gemiddeld om het half uur uit mijn comfort-zone wordt getrokken.
In Panaman wacht ons een oase van rust. De provincie waar wij de komende twee weken in reizen heet Bicol en is het noemen waard, want het is beroemd en geprezen om zijn keuken; neem spicy pepers en blus ze met veel koksmelk, dan heb je Bicol; een hint van Thailand en een snufje Indonesie. Je eet hier eigenlijk de hele dag door verse vis, rijst en de meest verrukkelijke, in kokosmelk en groene peper bereidde groentes. Lokaal banaantje of mango erbij... Het moet gezegd, we eten onze vingers erbij af. 
Tussen een hier en daar stralende dag, is er ook veel regen. Maar we klagen niet bepaald; we zitten in de tropen en daar voelt een regenbuitje anders dan thuis. Hier ben je omringd door warmte en vocht, waardoor de overgang naar regen niet meer dan een gradueel verschil is. 
We zitten in een resort dat naar de totaal ontspannende naam 'Breeze and Waves' luistert; een in Caribische stijl opgetrokken guesthouse, met aangrenzend een heerlijk bamboo-achtig restaurant annex lobby annex boekenkast, waar je zonder dichte wanden direct uitkijkt op het kleine dorpspad, het strand daarachter en aan de einder van de aqua-blauwe baai een hele stoet eilandjes van het type: 'zat ik daar maar'. Afijn, het is bepaald gezellig hier. 

De eerste dag worden we in deze kleine gemeenschap ontvangen als 'die grote westerlingen'. Een wandeling langs het dorpspad - zeg: de 'ringweg' van het dorp -  wordt voortdurend onderbroken door heel veel kinderen die allemaal hun beste engels op ons loslaten; 'Sirr, he Sirr! How-oe arr joe?'; 'Werr arr joe from?'. Sommige meisjes zitten koket te loeren, wat oudere jongens wuiven zo cool mogelijk met hun handen,maar de overgebleven meerderheid kijkt je letterlijk met open mond aan, of er aliens voorbij komen.  
Op onze eerste avond zit ik nietsvermoedend koffie te drinken in het restaurant als opeens een hele rits kinderen, keurig in een rij, hun opwachting maken bij mij. Elk van hen pakt mijn hand en drukt deze op zijn of haar voorhoofd, uiteraard weer onder begeleiding van een hoop verlegen gegiechel. Dit ritueel blijkt het gebruikelijke tonen van respect te zijn aan een ouder iemand. Na een paar dagen neemt de overmatige belangstelling voor ons af en leren wij, in return, hen beter kennen, met name het dagelijkse ritme in hun dorp.
Er wordt hier hard gewerkt. Veel van de dorpen in de omgeving liggen aan de stranden van de diverse eilandjes en er wordt voornamelijk gevist en rijst verbouwd. Op een van de eilanden aan de overkant van onze baai, is een 'coconut-farm'. Daar komt de kokos voor ons resort vandaan. Helaas ligt ons strand ook vol met halve kokos-schillen van een naburig luxe-resort, die die dingen elke dag in het water dumpt. Er wordt al jaren tegen geageerd, maar er gebeurd niets. 
De meeste dorpen bestaan uit een wat hobbelige hoofdstraat, met aangrenzend zanderige paden. Aan weerszijde daarvan liggen bamboehutten, erven met kippen, kokosboom-gaarden en om de 20 meter een klein bamboehutje waar ze snacks, wasmiddel, bier en benzine verkopen. De benzine is voor tripeds en wordt aangeboden in cola-flessen. Voor zo'n hutje staan vaak twee bankjes, waar je heerlijk kunt uitrusten. Natuurlijk wordt dit alles 'ingepakt' door dichte junglevegetatie. 
De verbinding tussen de eilanden verloopt via typische boten, die ik tot nu toe alleen op de Filipijnen heb gezien. Ze hebben aan weerszijden houten zijspannen, als een soort gebogen spinnenpoten. Deze constructie stelt de boot in staat hoog in het water te blijven liggen ,zonder dat hij omvalt. Op veel plekken zijn de zeestraten een meter en soms minder diep en bovendien kom je voortdurend vis-netten tegen die vlak onder het wateroppervlak zweven.
De gemeenschap waar wij verblijven is niet de eerste die ik heb leren kennen in de Filipijnen. Maar het is wel de meest authentieke en vriendelijke tot nu toe. Door veel gesprekken met de eigenaresse heb ik geleerd dat deze community erg beschermend is naar de eigen mensen. Alles wordt gedeeld, want men is afhankelijk van elkaar. Het komt niet zelden voor dat je zomaar aan kunt schuiven voor eten als je wilt en andere middelen en goederen wordt heen en weer geruild en gebruikt. Maar men sluit zich niet af van de buitenwereld. Zo heeft Panaman voor maanden de Amerikaanse crew van de hit-serie Survivers' gehuisvest. Het dorp lijkt daarna overigens niet in zijn nadeel veranderd. Men is nog even vriendelijk en zal nooit proberen een slaatje uit je te slaan. Iedereen let op elkaar en criminaliteit lijkt vrijwel afwezig, of wordt op een bijzondere wijze opgelost binnen de eigen gemeenschap. ik heb daar later sprekende voorbeelden van gekregen. Er is een disco, ergens tussen bamboehut 4 en 5 bij wijze van spreken en daar zit dan hun versie van opgeschoten jeugd, maar ook hier lijkt het allemaal niet verder te komen dan mij onbeschaamd aankijken en met ontblote buik zeggen: 'Hi, I'm Albert, what's your name, my friend'.  Een praatje,een biertje en je hebt er weer een tijdelijke vriend bij.
Het is de eerste keer dat ik in de Filipijnen zie hoe heel veel mannen, oud of jong, hun t-shirt optrekken en zo met ontblote buik rondlopen. Ze doen dat vanwege de hitte, heb ik me laten vertellen, maar het gebruik wordt geassocieerd met de lagere klasse.
In ons resort zie je dit overigens niet want daar regeert eigenaresse Myrna met liefdevolle, doch consequente hand. Zij leidt ons de eerste dag trots rond in haar kleine paradijs rond,waarbij de eerdere aanwezigheid van Survivers kort, maar met trots ter sprake komt. Even over de boekenkast in de lobby; net als in het resort op Siquijor,waar ik eerder verbleef, heeft ook dit resort een kleine boekenkast, met tweedehands boeken. Gasten kunnen hier een boek pakken dat ze leuk vinden, maar vooral hun uitgelezen boeken achterlaten. Ze noemen dat hier 'bookswapping' Dit is voor backpackers handig, want je wilt je bagage zo licht mogelijk houden. ik heb in Siquijor voor alle toekomstige Nederlandse gasten 'Mama tandoori' en de heerlijke korte verhalen van Nico Dijkshoorn achter gelaten. In dit resort zit ik helaas opgescheept met een Zweedse versie van 'Eat, Pray and Love' en Franse zwijmelromannetjes. Verder is de lobby het centrale punt voor wifi-liefhebbers, eters, huiswerkmakers, slapende honden en katten, kaartspelende oude vrouwen en zo maar niets te doen hebbers.  
Een van de hoogtepunten tijdens ons verblijf is een boot huren en peddelen naar een verderop gelegen eiland. Eigenlijk gaan we juist naar dat eiland, omdat het binnen zijn, om het hele eiland hoog oprijzende, grillige rotswanden, een lagune herbergt, Wel, we hebben de puntige rotsen beklommen, zijn over de ijzingwekkend linke rand gekropen, maar zijn nooit bij de lagune aangekomen, omdat het veel en veel te gevaarlijk is daar af te dalen. Wat we wel aantreffen is Bounty-strand-situatie 3.0, inclusief aqua-blauw, rotsen en palmbomen. Wij nestelen ons in het witte zand, duiken hier en daar uit pure verveling het aqua-blauw in en genieten van het uitzicht.
Op de terugweg besluiten de wind, zee en boot om misbruik te maken van ons gebrek aan zeemans-kunde; van rechts gaan waaien met lekker vette golfstroom en zo, terwijl de boot consequent.... naar rechts afwijkt..huh? Gezamenlijk peddelen aan de rechter kant mag ook niet baten; de klote-boot gaat vol naar rechts. Recht voor ons is de kust, boot gaat steeds naar rechts, dus je begrijpt dat het slechts mijn liefde voor de lokale gemeenschap is, dat ik bij aankomst de boot niet aan gort getimmerd heb.
Later bij een visje, rijst, kokosmelk en wat biertjes, en daarna nog wat biertjes, smelt het probleem als kokosmelk in de zon.
  
Het is goed toeven hier. Onthaasten is een beter woord.
ik gaf mijzelf een brevet van totale Zen, toen ik het schoonmaken van de koelkast, door een oud mannetje op een kruk- zo groot is die koelkast - 15 minuten bevredigend kon gadeslaan,zonder ongeduld, zonder haastige gedachtes,zonder irrelevante rationalisaties en zonder Facebook.  

No comments:

Post a Comment