Thursday, November 28, 2013

Vakantie 2013 - De dag van vertrek.

 Mijn vriend Serge en ik gaan naar de Filipijnen. We bezoeken mijn vriendin Giean en haar familie en daarna is het vakantie houden op een stuk of tig mooie eilanden; de Filipijnen hebben er 7107.. 'als het eb is', zeggen de inwoners er zelf gekscherend bij,want elke uitstekende rots wordt meegerekend.  Het blijft veel en we worden gek van de keuzes. Uiteindelijk komen we bij een wat minder bekend eiland uit, met een hoofdstad waar wij en niemand anders ooit van hebben gehoord. Goddank geen toeristen plus lokale hysterie; gewoon lekker authentiek en afgezonderd...

Maar toen kwam de tyfoon... 
En de tyfoon vaagt uitgerekend onze stad en het onbekende eiland volledig van de kaart... Had mijn werkgever mij een week eerder vakantie toegekend, dan had ik nu voor oud vuil aan een boom in Tacloban gehangen, met Serge in electriciteitsdraden gewikkeld ernaast. Want dat zijn zo'n beetje de gruwelijke beelden.
Het besef van deze ongemakkelijke logica breekt pas dagen later door in mijn bewustzijn. En het is dan dat wij al hebben besloten naar Thailand te gaan.

De tickets voor zowel Manila als Bangkok worden door mij super goedkoop aangeschaft omdat het z.g. KLM staff-tickets zijn; tickets waar personeel en soms ook een vriend of familielid op kan reizen. Als je ze koop zijn ze drie maanden geldig op elke datum die je maar kiest. Het enige nadeel is dat je alleen aan boord komt als het vliegtuig open stoelen heeft, maar daarentegen zijn ze wel honderd procent refundable. Om die laatste reden kan ik zonder stress gewoon twee tickets Bankok bij kopen en die Manila-tockets terugvorderen, dat komt later wel. 
En zo gaan wij op weg naar Schiphol, Het is het begin van de avond, 16 november j.l.

Thailand dus ... het wil maar niet landen bij mij. Ook Serge heeft er last van. Zeker, we hebben hartikke veel zin, de 'oh's' en 'ah's' als Serge zijn neus uit de Lonely Planet opricht, zijn niet van de lucht; hij begint de Filipijnen al aardig snel te vergeten. Maar omdat de vlucht naar Bangkok heel erg vol zit, houd ik vrolijk rekening met plan C: autootje naar Noord-Spanje. Bij het inchecken krijgt onze onderbuik gelijk: de kist zit vol en wij kunnen niet mee. Niet eens zo heel teleurgesteld druipen wij af, pikken onze bagage weer op en zitten, nog steeds op Schiphol, bij een kop koffie even na te praten. We voelen ons op een vreemde manier de koning te rijk. We kunnen vanaf hier alle kanten op; morgen weer proberen met de volgende vlucht naar Bangkok mee te komen, autootje naar Frankrijk, Spanje, wellicht een goedkope vlucht naar iets anders...wat een ongelimiteerde vrijheid, zo 's avonds op een steeds rustiger wordend vliegveld. 
Maar dan checkt Serge zijn horloge en kijkt mij aan. 
'Wanneer ging die die Manila-vlucht nou ook alweer?'
Ik kijk Serge quasi verrast aan, denk aan een weerzien met mijn meissie en zeg wat ongeinteresseerd, zodat het lijkt of ik daar nog helemaal niet aan heb gedacht: 'O ja, die gaat ook nog..'. 
Serge kijkt betekenisvol en ik zorg dat ik het antwoord op zijn vraag er nog even achteraan geef, want dat antwoord speelt al door mijn hoofd sinds we op die vorige vlucht zijn afgewezen.
'..die gaat geloof ik om half negen, Serge,.. over drie uur'.
Stilte..
'Die tickets zijn nog geldiig he?', zegt Serge.
' Hm..mm', (dit gaat goed. hij gaat happen.)
'Zullen we dan...?'
Even voor de vorm onderbreek ik:
'Weet je zeker dat je...?'
'Ja natuurlijk, wat mij betreft gaan we gewoon...?'

Twee minuten later zit ik al op internet om de datum van onze tickets naar Manila voor vanavond vast te leggen. Bizarre avond, heerlijk vooruitzicht, lang leve mijn werkgever! 
Maar dan.. krijg ik mijn ticket niet vastgelegd. Technisch probleem.  
Shit, wat nu zo 's avonds laat? Zijn we net bekomen van de magie van het vorige moment en dan nu al weer een probleem erbij. Plus.. nog twee uur te gaan voor het vliegtuig opstijgt.

De vertrekhal van Schiphol is leeg. De verlichting die half uit is plus het wat lage plafond zorgen voor een vreemde, onwerkelijke sfeer. Er is bijna geen reiziger aanwezig, maar de drukke dag met duizende mensen vibreert nog door de ruimte en maakt dat die ruimte nog leger voelt. Met een prettig opgewonden gevoel van urgentie loop ik met Serge langs de diverse gesloten loketten achter de incheckbalies. Iemand heeft ons het ongeloofwaardige nieuws vertelt: achter de balies, in een verloren hoekje van de hal, is een loket open voor over-bagage, maar ook voor staff-travel. Dat eerste begrijp ik, dat tweede.....? Nou ja, ik begin deze avond al behoorlijk vreemd te vinden en sta nergens meer van te kijken.

En ja hoor, ergens wegedrukt achter balie 14 is een loketje open voor staff-travel. Achter het glas van het loket is een kleine verlichte ruimte met twee vrouwen. Eentje helpt een klant met over-bagage. De andere dame staat, op een been wankelend, een bananenschil onhandig in een vuilnisbak te werpen. Ze is eind veertig, heeft kort, geblondeerd haar en een mager gezicht. Ze krijgt ons in de gaten, trekt een vies gezicht naar de banaan terwijl ze haar tong naar ons uit steekt. Ze komt, niet zonder gevoel voor drama, onhandig overeind en loopt op ons af met een een wat stoute grijns op haar gezicht. Ik weet het meteen en fluister het Serge in het oor: 'Die gaat ons helpen. Dit gaat lukken en ik voel het'.
We vertellen onze nieuwe vriendin het probleem en ondanks het feit dat ze haar aandacht maar moeilijk bij de zaak kan houden omdat ze mij steeds vrolijk interrumpeert met een pesterig commentaartje, heeft ze toch alles gehoord, kijkt wat papieren na - terwijl ze een stukje banaan oncharmant tussen haar tanden vandaan schraapt -  en geeft in no time, met een onverholen triomfantelijke glimlach, een nummer dat we moeten bellen. Haar hele optreden heeft mij enorm gerustgesteld en in een vlaag van sentimentaliteit vraag iik haar naam, want ik wil, als collega, een compliment over haar schrijven. Ze houdt de zaak bescheiden af, maar ik houd halstarrig vol.

Even later, na een succesvol telefoontje met een technisch support-medewerker van God-mag-weten-welke-afdeling, staan we in te checken en lopen tegen het volgende probleem aan. In de Filipijnen heb je geen visum nodig als je korter dan 21 dagen in het land blijft. Maar dat moet je wel met een retour-ticket kunnen aantonen. Onze tickets echter zijn door deze bizarre avond niet uitgeprint. We hebben alleen een instapkaart. Bewijs ontbreekt dus en dat betekent dat je even snel het land weer uit wordt uitgekieperd als je erin gekomen bent. Net op het moment dat ik het meisje achter de bali wil smeken voor ons ergens een print van onze terugvlucht vandaan te toveren, zie ik onze vriendin, met die glimlach die ik nu zo goed van haar ken, op ons aflopen, zwaaiend met een stuk papier. Ze schuift het in mijn handen, wuift een compliment - dat wij nog niet eens gemaakt hebben - van zich af en 'rumoert' hier en daar een grap. 
Hoe het komt weet ik niet, maar opeens vinden haar ogen die van Serge, vullen zich als vanzelf met vocht en komt het hele theater even tot rust. Haar armen vallen langs haar lijf en ze is serieus als ze spreekt. 
'Let maar niet op mij, maar een paar weken geleden is mijn collega, met wie ik al heel lang samenwerk, al jaren eigenlijk, opeens, midden veertig, zo maar tijdens het werk neergevallen. Overleden. Nogal hard aangekomen. En nou komen julie langs, aardige jongens en dan die complimentenbrief. nou ja, let maar niet op mij. Zeg: heel veel plezier en let op jezelf!
Dan zwaait ze de intensiteit van het moment met twee armbewegingen resoluut weg, draait zich om en weg is ze.

Daar sta ik, in een donkere vertrekhal. De tijd rolt zich al de hele avond onvermijdelijk naar dit moment uit; om mij heen en in mij. Dingen versnellen en vertragen. Ik vraag me af waarom ik, in weerwil van wat ik net meemaak, me zo gelukkig en rijk voel. Het is geloof ik inspiratie; voor het leven; voor veelkleurigheid. Omdat de wereld om mij heen bestaat, met al die mensen die ik ontmoet, al die verhalen, op ongwone plekken en momenten. En dat ik dat mag meemaken. Wat een beroep, wat een leven heb ik toch.
En mijn lieve vriend Serge erbij.
En mijn lieve meissie waar ik naar op weg ben.

We gaan naar de gate, krijgen twee prima stoelen en vliegen naar Manila, waar we in een buitenwijk van de gekte die Manila heet, Giean, die niets weet van onze veranderde reisplannen, de lazerus laten schrikken als we haar opwachten bij haar werk.

Onze vakantie kan beginnen.

No comments:

Post a Comment